UPSI, het kloppend hart van de toekomst van de sector

 

In dit nummer, dat - zoals je begint te weten - is gewijd aan "Revoluties en innovaties in de vastgoedsector", wordt een groot aantal experts geïnterviewd om hun kennis met ons te delen. Onder hen is Stephan Sonneville. En als we je vertellen dat hij sinds 2005 CEO van Atenor is, weet je over wie we het hebben.

 

Met Atenor en Sonneville hebben we het over een ware saga: het bedrijf is nu aanwezig in 10 landen en 16 grote steden. En daar houdt Stephan niet op: als bestuurder bij BECI en Up4North is de man een hyperactief type. En alsof dat nog niet genoeg is, werd hij afgelopen maart verkozen tot hoofd van UPSI, de Union Professionnelle du Secteur Immobilier, die de meeste grote spelers in de sector in België verenigt (promotors, ontwikkelaars, investeerders, enz.).

 

Onze man is op bekend terrein aangekomen. Hij kent de UPSI goed, want voorafgaand aan zijn verkiezing was hij zes jaar lang vicevoorzitter en hoofd van de Brusselse afdeling.

 

Wat betreft het mogelijke belangenconflict tussen Atenor en UPSI, wil onze contactpersoon iedereen van meet af aan geruststellen. Voor hem zijn de twee missies complementair: "De vraag moet gesteld worden, maar hij is gemakkelijk te beantwoorden. Als voorzitter van UPSI is het mijn taak om een boodschap over te brengen die de verwachtingen en problemen - met andere woorden, de ambities en het pragmatisme - van alle spelers in de vastgoedsector, waarvan Atenor er een is, samenvat. De belangen van Atenor worden dagelijks verdedigd door mijn collega's, waardoor ik voldoende afstand kan nemen wanneer ik de rol van voorzitter van UPSI op me neem.

 

Wat zijn de actiemiddelen van de UPSI? Is het een machtige organisatie? Welke geloofwaardigheid en impact heeft ze bij politici? Hebben we het over een klankbord, een denktank, een tegenmacht, een adviesorgaan, een pressiegroep, of iets anders? Afgezien van de mensen in de binnenste cirkel, weten we heel weinig over deze organisatie. "Door de jaren heen heeft UPSI zich gevestigd als een expertisecentrum dat de knowhow van al zijn leden samenbrengt en synthetiseert. Dit staat ver af van het idee van een navelstaarderige, manicheïstische verdediging van de belangen van één beroepsgroep. Vastgoed speelt een belangrijke rol in de economie en de UPSI analyseert alle maatregelen en hun gevolgen die door de politieke en wetgevende machten zouden kunnen worden genomen. De UPSI becommentarieert, informeert en wanneer ze ertoe wordt gebracht kritiek te leveren, stelt ze alternatieven voor. Het is dus in het belang van een regio om een vastgoedsector te hebben die functioneert en voldoet aan de vraag in termen van kwaliteit en timing. In de afgelopen jaren heeft de veranderende context - en daarmee bedoel ik de klimaatcrisis - de rol van UPSI als denktank versterkt. Vastgoed is verantwoordelijk voor ongeveer 40% van de koolstofuitstoot. De Green Deal, gelanceerd in Brussel, is het groene pact van de Europese Commissie om financiële stromen te sturen in de richting van een koolstofarme economie tegen 2030 en 2050. Ja, ook op deze manier kunnen we een constructieve en proactieve dialoog voeren met politici en wordt er naar ons geluisterd". Kortom, UPSI is er niet om altijd en overal tegen te zijn (het is geen vakbond) maar om dingen in haar sector te verbeteren, in goed overleg met alle betrokken spelers.

 

Tot slot, als we het hebben over innovaties en revoluties, komt er natuurlijk één vraag bij me op: hoe ziet UPSI de toekomst van haar sector? "UPSI is door haar brede vertegenwoordiging en het werk van haar multidisciplinaire commissies het kloppend hart van de toekomst van de sector. Wij geloven dat het bedrijfsleven vaak flexibeler is dan ontwikkelingen op het gebied van regelgeving, zodra er een duidelijke politieke boodschap is afgegeven. Dit is het geval voor vastgoed met betrekking tot duurzaamheid op Europees niveau. Probeert Sonneville een boodschap af te geven? Zo niet, dan klinkt het wel zo...

 

Ondertussen heb ik een persoonlijke boodschap voor jullie, lieve lezers: hartelijk dank dat jullie mij zo trouw lezen. Als ik het succes van onze evenementen zie en de kwaliteit van de sprekers en sponsors die het woord nemen, besef ik hoeveel geluk ik heb dat ik jullie het hele jaar door mag toespreken!