De zandjacht is een voertuig op wielen dat wordt aangedreven door een zeil. Sinds de creatie in 1807 door een Belg (cock-a-doodle-doo!) is het een volwaardige sportactiviteit geworden die niet alleen op onze stranden te vinden is, maar ook op die van Frankrijk, Duitsland, Engeland en zelfs de Verenigde Staten!
Hoewel het gebruik van de wind als aandrijfkracht op aarde al duizenden jaren teruggaat (de Egyptenaren waren blijkbaar de eersten die dit principe probeerden toe te passen op hun strijdwagens), danken we de bouw van de eerste door zeilen aangedreven strijdwagen aan de Belg Willy Coppen, in 1807. Maar het was pas in 1898, op het strand van Ronne (nog steeds in België), dat de gebroeders Dumont experimenteerden met karren uitgerust met een Livarde-zeil (een driehoekige zeilvorm bevestigd aan een V-vormige mast) en massief houten wielen, waardoor de datum van het begin van zandzeilen als sport werd bevestigd.
Ieder zijn eigen
Sindsdien zijn er veel boeken en foto’s verschenen van verschillende soorten zweeftanks, gebouwd volgens een model dat min of meer identiek is aan het model dat we vandaag kennen. In 1907 was Willy Coppens (die later een groot vliegenier zou worden) nog een kind. Op vakantie in La Panne bouwde hij zijn eigen tank op banden met een “houari”-zeil, zonder de gebroeders Dumont te kennen. In St Georges de Didonne, aan de Atlantische kust, waren de spelen hetzelfde als elders en in 1908 besloten de dertienjarige Henri Camus en een van zijn vrienden om de wielen van hun twee fietsen te gebruiken om ze aan een rudimentair apparaat te bevestigen dat bestond uit een frame van vier meter lang en vijftig centimeter breed, met een mast van twee meter en het zeil van de strandtent van de familie. Veranderingen van richting zijn beperkt en worden gemaakt met een stok; U-bochten worden met de hand gemaakt. De woede van zijn vader over het misbruik van fietsen maakte echter al snel een einde aan zijn voortijdige roeping als vliegenier. In 1909 bouwde de beroemde vliegenier Louis Blériot een modeltank die hij een “vliegtuig” noemde. Het was zo’n succes dat hij er een aantal in zijn fabrieken liet bouwen en het handelsmerk registreerde.
Het moet gezegd worden dat deze nieuwe sport veel navolging kreeg en al snel de stranden van Noord-Frankrijk veroverde, waar het vandaag de dag nog steeds het meest ingeburgerd is, vooral op de stranden van Pas-de-Calais. Na vrijwel te zijn verdwenen tussen 1914 en 1945 als gevolg van de twee wereldoorlogen, dook het strandzeilen weer op in de jaren 1950 en werd het een officiële sport, met een eigen sportfederatie, in 1964.
De wind, een kostbare bondgenoot
Om deze‘zeilkarren’,‘karren-volants‘ of‘zeilwagens‘ te gebruiken, heb je een groot, stevig en vlak stuk land nodig: een strand bij eb is de ideale plek. Vervolgens heb je een zijwind nodig (waarbij je vlieger haaks op de wind moet staan), niet te licht en niet te sterk, want de snelheid van de vlieger wordt geacht drie keer groter te zijn dan de windsnelheid. Als je eenmaal in lijn met de wind bent, trek je het zeil langzaam naar binnen door het aan te spannen en het zeil naar binnen te trekken. De snelheid zal toenemen als je het zeil blijft aantrekken. Daarna is het aan jou of je alleen wilt zeilen of met z’n tweeën, want er zijn zowel eenpersoons- als tweepersoonsmodellen verkrijgbaar!